We hebben het vaak over onze bloeddruk, maar wat geeft het precies aan? Zijn er dingen waar je op moet letten en kan een te hoge of lage bloeddruk worden voorkomen?
Wat is je bloeddruk
Als je je bloeddruk laat meten dan wordt er gekeken naar het samentrekken en het ontspannen van je hart. De bloeddruk wordt aangegeven met twee getallen, de boven- en de onderdruk. Als het hart ontspant dan is de bloeddruk het laagst en dit wordt aangegeven met de onderdruk. Als je hart zich samentrekt dan is de druk het hoogst, wat de bovendruk wordt genoemd.
Als je hart samentrekt dan pompt het met kracht bloed in de slagaders waardoor het bloed tegen de bloedvaten aan drukt. Een normale bloeddruk is 120/80 mmHg, waarbij 120 de bovendruk (systolische bloeddruk) is en 80 de onderdruk (diastolische bloeddruk). Je kunt je bloeddruk laten opmeten bij een arts of in het ziekenhuis. Natuurlijk zijn er ook bloeddrukmeters bij drogisten te koop zodat je je bloeddruk zelf in de gaten kunt houden. Houd er rekening mee dat de bloeddruk constant verandert, verschilt per persoon en dat het een momentopname is.
Kun je zelf achterhalen of je een te hoge of lage bloeddruk hebt?
De bloeddruk schommelt en kan bijvoorbeeld stijgen door lichaamsbeweging maar ook door je gemoedstoestand. Een te hoge of te lage bloeddruk is moeilijk te achterhalen omdat de symptomen vaak niet duidelijk zijn. Je kunt dus het beste af en toe je bloeddruk zelf meten of laten meten door een arts. Alleen een arts kan je vertellen of je een te hoge of te lage bloeddruk hebt.
Wanneer heb je een te hoge of te lage bloeddruk?
Je hebt een te lage bloeddruk als de bovendruk lager is dan 100 mmHg of de onderdruk lager dan 60. Een te hoge bloeddruk heb je als je bovendruk gemiddeld hoger is dan 140 mmHg of als je onderdruk gemiddeld hoger is dan 100 mmHg.
Een gezonde levensstijl
Als je gezond leeft loop je minder kans op een te hoge of lage bloeddruk. Dit is waar je op kunt letten om de kans op een te hoge of lage bloeddruk te verkleinen:
- Stop met roken
- Eet niet te veel zout
- Blijf op gewicht
- Zorg voor voldoende lichaamsbeweging
- Probeer stress te voorkomen
- Matig met alcohol
- Drink voldoende
- Eet gevarieerde en vezelrijke voeding