De meest twee bekende vormen hoe het figuur van een vrouw wordt beschrijven zijn het peerfiguur en het appelfiguur. Uit onderzoek is gebleken dat vrouwen met een peerfiguur een hogere levensverwachting hebben dan vrouwen met een appelfiguur.
Dit is gebleken uit een Britse studie van Margaret Ashwell. Vrouwen met een appelfiguur hebben voornamelijk vet rond de middel. Vrouwen met een peerfiguur hebben vooral brede heupen en een rond achterwerk met daar tegenover een smalle taille.
De reden dat vrouwen met een peerfiguur langer leven komt doordat het buikvet rond de taille en verhoogd risico geeft op diabetes en hartproblemen. Hierdoor zou de levensverwachting van vrouwen met een peerfiguur tien jaar hoger liggen dan van de vrouwen met een appelfiguur.
De gezondheidsrisico’s en het overgewicht worden door artsen nu vooral gemeten door het BMI. Dit is te berekenen door het gewicht van een persoon in verhouding met de lengte. Volgens Ashwell wordt hierbij geen onderscheidt gemaakt tussen vet of spieren. Volgens Ashwell kunnen de gezondheidsproblemen worden ingeschat door een analyse van iemands taille-omtrek in vergelijk met de lengte.